De schachten worden in het getouw gehangen (8 stuks in dit geval). Aan de schachten hangen heveltjes, een voor elke scheringdraad (944 bij dit werkstuk). De heveltjes hebben een oogje waar de scheringdraad doorheen gaat. Als straks een trapper wordt ingedrukt gaan bepaalde schachten omhoog of omlaag, en daarmee ook de scheringdraad die door het oogje van van een hevel aan die schacht gaat.
Dit is een tijdrovende stap, en je moet opletten dat de draad door het heveltje van de juiste schacht gaat.